Stap 2
Als u dit enige tijd gedaan heeft en er mee vertrouwd bent komt de volgende stap, zonder flesje en rietje.
Ga een beetje ineen gedoken staan waardoor er zich nog maar weinig lucht in de longen bevindt. Vervolgens rekt u zich uit met de mond gesloten. U zult bemerken dat er nu vanzelf lucht door de neus naar binnen stroomt. Blaas deze lucht uit door de mond
en u bemerkt dat de luchtweg naar de neus weer gesloten is. Bij het uitblazen duikt u weer een beetje in elkaar en dan rekt u zich weer uit met de mond gesloten en de luchtweg van de neus naar de longen is weer vanzelf geopend en de lucht stroomt automatisch
naar binnen. Bent u hieraan gewend dan hetzelfde oefenen met het flesje.
Stap 3
Weer in het flesje blazen, de mond met lucht vullen (wangen uitzetten, strottenhoofd in lage positie)dan stoppen met blazen en vervolgens de lucht die zich noch in de mond bevindt door het verkleinen van de mondholte langzaam naar buiten stuwen.
Dit een aantal keren achter elkaar herhalen.
Stap 4
Beheerst u de voorgaande oefening dan doen we in stap 4 weer hetzelfde. Maar……. tijdens het naar buiten stuwen van de lucht door verkleining van de mondholte rekt u zich uit waardoor er weer vanzelf lucht
naar binnen stroomt die u vervolgens weer naar buiten blaast door langzaam weer een beetje ineen te duiken enzovoort. De luchtbelletjes in het flesje blijven borrelen..en borrelen…en borrelen. Dit is Circular Breathing! Probeer vervolgens ook met verschillende
tegendruk, zwevende ribben of een beetje uitrekken enz. om te ontdekken wat het meest geëigend voor u is om de goede reflexen aan te leren.
Stap
5
U kunt nu ook op de dwarsfluit beginnen maar omdat daar bijna geen tegendruk is, is het gemakkelijker om het eerst op een “oude” blokfluit of een blikken fluitje (penny
whistle) te oefenen. Om de spieren van het embouchure niet te vermoeien is het gemakkelijker om de blokfluit te nemen en er de tanden op te zetten zodat het niet nodig is om de fluit met de lippen “vast te houden”. Doordat alles nog vreemd en nieuw
is wordt er te veel onnodige spierspanning gebruikt waardoor er een grote vermoeidheid optreedt en deze ten koste gaat van de toonvorming op de dwarsfluit. Het zijn niet alleen de spieren van het embouchure maar ook bijvoorbeeld de tussenribspieren en
rug- en armspieren die in het begin onnodige inspanningen en werkzaamheden verrichten. In het begin moet men veel geduld hebben en het resultaat niet afdwingen, dat komt vanzelf wel. Het is beter om met hogere tonen te beginnen vanwege de weerstand (tegendruk)
en niet te lang achter elkaar proberen.
Als u dit stadium met goed gevolg doorlopen heeft dan komt de dwarsfluitfamilie aan de beurt. Het gemakkelijkste is het om met de piccolo te beginnen, bijvoorbeeld
met klinkend D-4 als flageolet met de greep van D-2 (alles dicht!). Dit heeft als voordeel dat er meer tegendruk is en de toon zachter. Gaat dit behoorlijk dan komen ook andere tonen aan de beurt. Op de dwarsfluit is het goed om eerst met het kopstuk te oefenen,
uiteinde gesloten houden en overblazen, daarna met het kopstuk open en vervolgens met gehele instrument. Daarna oefenen met een eenvoudig melodisch fragment en vervolgens met een toonladder. Dit alles uitbreiden in tijdsduur van een halve minuut naar
1-2-3 of meer minuten door middel van toonladders en zelf geïmproviseerde melodieën. Door uit het hoofd te spelen leert men gemakkelijker het rondademen. Mijn record is 20 minuten met toonladders, drieklanken en melodieën tijdens het televisie
kijken naar een natuurfilm zonder geluid maar met ondertiteling.
In het begin is het gemakkelijker om met bolle wangen te oefenen maar later als alles vertrouwd is kan het gebruik
van de bolle wangen achterwege blijven door intensiever gebruik van het strottenhoofd (zie video). Dit voorkomt ook het lelijke aanzicht van een opgeblazen kikker. Het inademen bij circular breathing moet geheel geruisloos geschieden.
Wat is het doel van rondademen tijdens het musiceren? Op de eerste plaats moet het geen circusattractie zijn zo in de trand van “kijk, ik kan dat óók!” Er zijn miljoenen mensen die
dat kunnen. Het rondademen is een uitkomst, en zeker voor de fluitist, om de eindjes aan elkaar te knopen en gemakkelijk van de ene frase naar de andere frase te geraken zonder iedere frase te moeten onderbreken. Kunt u dat niet op een muzikale wijze verwerkelijken,
dan laat het maar achterwege want u beheerst de techniek nog niet voldoende en het publiek wordt er alleen maar onrustig van. Noodgedwongen moet u dus de frase onderbreken om te ademen. Ook dit kan op een muzikale manier!
Op internet heb ik bemerkt dat er voor- en tegenstanders zijn wat het rondademen betreft. Voorstanders zijn diegenen die het beheersen, tegenstanders zijn diegenen die er niets, of niet veel van terecht brengen of het niet willen leren.
Circular breathing is niets meer of minder als een andere vorm van gewoon ademen: je blaast door de mond uit en ademt door de neus in. Alleen: je ademt door de neus in als de longen nog niet leeg zijn en er zich nog lucht in de mond bevindt. Ook vanuit esthetisch
oogpunt is er niets op tegen want er valt niets te zien of te horen in vergelijking met “normaal” ademen”. Is dit wel het geval dan is dat geen reden om het circular breathing te veroordelen, maar wel de persoon die door zijn onkunde het
rondademen in een kwalijk daglicht stelt. Nogmaals: bolle wangen, snurken, stuiptrekkingen en dergelijke zijn helemaal niet nodig.
Dit artikel wordt regelmatig vernieuwd en aangevuld. Verder houd ik mij aanbevolen voor opmerkingen en aanmerkingen ter verbetering en verduidelijking. Heeft u vragen dan kunt u ook altijd kontakt opnemen.
(english translation next week, or have a look at: www.breathing.com)
Veel succes,
Willem
Tonnaer.